Onduidelijkheid over toekomst NPO na zes uur debatteren alleen maar groter
Blijft de NTR bestaan? Komt er ruimte voor nieuwe geluiden? In zijn toekomstplannen voor de NPO waagt minister Bruins zich voorlopig niet aan details. Tot frustratie van Kamerleden.
De toekomst van de publieke omroep is na zes uur debatteren nog onduidelijker dan daarvoor. Begin deze maand kwam minister Eppo Bruins (Media, NSC) met zijn langverwachte ‘hervorming’ van het mediabestel. Van een enthousiast onthaal is echter geen sprake. Volgens oppositie- en coalitiepartijen zijn de plannen óf te vaag óf juist te concreet.
Dat de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) toe is aan een grondige renovatie, wordt door weinigen weersproken. Het bestel kent nu elf omroepverenigingen, die elk individueel leden moeten werven om toe te treden én te blijven. Het ideaal is dat omroepen programma’s maken voor alle stromingen en groepen in de maatschappij. Dat lukt, erkennen vriend en vijand, niet altijd, en niet voor iedereen.
Open eindjes en spagaten
Dan de plannen van Bruins. De minister wil afschalen naar zes of zeven spelers. Allereerst de NPO, die een coördinerende rol krijgt. Ook nieuwsomroep NOS blijft een apart plekje houden. Daarnaast komen er vier of vijf ‘omroephuizen’ waarin alle overige omroepen zich moeten verenigen. Minder organisaties, minder bestuurders, minder bureaucratie en hopelijk minder kosten.
Maar na het lezen van de Kamerbrief (26 kantjes) waarin Bruins zijn plannen uiteenzet, begint het Kamerleden te duizelen. “Er zijn heel veel open eindjes”, zegt Mohammed Mohandis van GroenLinks-PvdA maandag tijdens een debat over het mediabeleid. “Een stip aan de horizon ontbreekt”, vindt ook BBB’er Martin Oostenbrink. “Ik heb nog nooit zoveel spagaten in een Kamerbrief gezien”, stelt D66-Kamerlid Jan Paternotte. “Waarom maakt de minister niet zelf keuzes?”
Contact met de samenleving
De plannen zijn te vaag, is het verwijt van parlementariërs. Want moeten het nou vier of vijf ‘huizen’ zijn? Welke omroepen gaan daarin samenwerken? En wat gebeurt er als een omroep, bijvoorbeeld het radicaal-rechtse Ongehoord Nederland, zich bij niemand wil of kan aansluiten? Bovendien wijzen partijen erop dat de NPO-hervorming pas in 2029 ingaat, terwijl ‘Hilversum’ al vanaf 2027 jaarlijks 157 miljoen euro moet bezuinigen.
De verwijten zijn ook ideologisch. “Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat nieuwe geluiden een plek krijgen in het mediabestel?” wil Denk-Kamerlid Dogukan Ergin weten. In Bruins’ omroepplannen zijn de nieuwe mediahuizen definitief: er komen geen omroepen meer bij. Dat haalt volgens het kabinet de druk weg om constant nieuwe leden te werven. In plaats daarvan kunnen omroepen hun geld en energie steken in goede programma’s.
Het opnemen van nieuwe, diverse geluiden uit de samenleving moet voortaan op eigen initiatief vanuit de publieke omroep gebeuren. SGP-leider Chris Stoffer is sceptisch. “Denkt de minister werkelijk dat ongekozen omroephuizen de maatschappij beter aanvoelen dan omroepen met hun leger aan leden? Deze wijziging staat symbool voor een elitaire NPO die zich van het volk afkeert.”
Blijft de NTR bestaan?
Te vaag, te afwachtend. Toch spitst een aanzienlijk deel van het mediadebat zich juist toe op een van de meest concrete punten uit Bruins’ omroepplannen: het einde van de NTR. De taken van de omroep die onder meer Het Klokhuis, het Sinterklaasjournaal en Nieuwsuur maakt, worden verdeeld onder de nieuwe huizen. NTR verdwijnt.
Hoe dúrft de minister, klinkt het sinds de bekendmaking. Als het aan GroenLinks-PvdA’er Mohandis ligt, verdwijnt de NTR niet, maar gaat hij samen met de NOS. Een motie die maandag werd ingediend krijgt steun van een brede meerderheid – ook van coalitiepartijen VVD en NSC, de partij van minister Bruins.
De bewindsman wijdt in het debat een hoop woorden aan de NTR, waarvan pakweg een derde aan complimenten, maar biedt desondanks weinig duidelijkheid over de toekomst. “De taken, redacties en programma’s van de NTR kunnen in het nieuwe bestel blijven bestaan”, probeert Bruins gerust te stellen. Hij zegt zelfs: “De NTR als organisatie hoeft van mij niet te worden opgeheven”. Wat dat precies betekent? Kamerleden blijven met veel vragen achter.
Wél duidelijk is dat Bruins vasthoudt aan zijn voornemens, ook wat betreft de NTR. “De hoofdlijnen die ik heb geschetst, zijn goed doordacht. In mijn brief ben ik heel genuanceerd geweest over de positie van de NTR”, vindt Bruins.
En dan eufemistisch: “Die nuance is niet overal zo over het voetlicht gekomen.”
Lees ook:
Hoe werd de NPO zo’n chaos? Een reconstructie, van 1951 tot nu
Om orde te scheppen, wil minister Bruins geen nieuwe omroepen meer, geen ledeneis en slechts vijf omroephuizen. In zekere zin keert hij terug naar de jaren vijftig en zestig.