Hoe Nederland net als Trump zijn waakhonden uithongert – en zo de democratie ondermijnt
Voor het eerst sinds ruim twee decennia heeft de wereld meer autocratieën dan democratieën. Hoe minder ruimte en geld er is voor tegengeluid, hoe meer schending van rechten. Maar onder leiding van PVV-minister Klever draait ook Nederland de geldkraan dicht. ‘Je eigen tegenspraak faciliteren is niet voor bange politici.’
Er is één woord dat Janne Nijman niet genoeg kan benadrukken: ‘Lef.’ Het is een zonnige lentedag begin april, het terras van het Amsterdamse restaurant de Plantage zit bomvol. Binnen haalt Nijman een lijvig rapport uit haar tas, legt het op tafel en bestelt een zwarte thee.
‘Nederland kan veel leren van de moed van mensenrechtenactivisten die ik ontmoet in Genève’, aldus Nijman, die als hoogleraar internationaal recht heen en weer pendelt tussen Amsterdam en die Zwitserse stad, en daarnaast verbonden is aan de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV), een onafhankelijk adviesorgaan voor regering en parlement. ‘Zij steken hun nek uit, met gevaar voor eigen leven.’
Die activisten gaan naar Genève omdat daar de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties zetelt. Inwoners van de Braziliaanse Amazone die vechten tegen gewelddadige veeboeren, Palestijnen die martelingen en illegale detentie aan de kaak stellen, Afghaanse vrouwen die zich uitspreken tegen de Taliban. ‘Zonder de kennis die zij daar delen, kan de Mensenrechtenraad zijn werk niet doen.’
De Nederlandse regering moet de ruimte voor het werk van dit soort activisten met ‘lef’ verdedigen. Vooral premier Dick Schoof en minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) zouden die boodschap ‘met urgentie’ moeten uitdragen. Dat is de eerste van acht aanbevelingen in het AIV-rapport getiteld Krimpende maatschappelijke ruimte: vrijheid en veiligheid onder druk, dat voor Nijman op tafel ligt.
Tegenspraak aan banden
Nijman is hoofdauteur van het rapport, dat donderdag is verschenen. Het document is het antwoord op de vraag die het toenmalige kabinet bijna twee jaar geleden stelde aan de AIV: hoe moet Nederland optreden in een steeds autocratischer wereld waarin repressieve regimes de ruimte voor tegenspraak aan banden leggen?
Inmiddels ziet die wereld er nog grimmiger uit, en is in Nederland een kabinet aangetreden dat steun voor kritische organisaties grotendeels wegbezuinigt. Minister Reinette Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp) schrapt 2,4 miljard euro aan ontwikkelingsgeld, ruim een derde van het jaarlijkse budget. Van de 1,4 miljard euro die nu nog naar ‘versterking van het maatschappelijk middenveld’ gaat, blijft vanaf volgend jaar nog geen half miljard over.
Wat zijn daarvan de gevolgen? Waarom zou Nederland zich überhaupt zorgen moeten maken over mensenrechten, democratie en vrijheid in Afrika, Latijns-Amerika en Azië, als geopolitieke donderwolken ook Europa bedreigen? En hoe kwetsbaar is onze eigen democratie?
Maatschappelijk middenveld is de verzamelnaam voor wetenschappers, journalisten, mensenrechtenorganisaties, kunstenaars, kennisinstituten, vakbonden, natuurbeschermers en andere burgers die zorgen voor een levendig en pluriform publiek debat. Ze behoren tot de overheid noch de markt, en vormen de aderen van de democratie.
In Nederland zijn we zo gewend aan een sterk maatschappelijk middenveld dat we er nauwelijks bij stilstaan. De vakbond bemoeit zich met arbeidsvoorwaarden, wetenschappers reflecteren in talkshows op het stikstofbeleid, er staan spotprenten in kranten, en de Dam en het Malieveld stromen regelmatig vol boze of bezorgde burgers.
Als autocratische leiders een handboek zouden hebben, zou het eerste hoofdstuk gaan over het monddood maken van het maatschappelijk middenveld. Die leiders verspreiden liever desinformatie dan dat ze journalisten hun werk laten doen. Ze zitten ook niet te wachten op activisten die zich verzetten tegen de komst van vervuilende multinationals, of wetenschappers die op feiten hameren.
Neerwaartse spiraal
Voor het eerst sinds ruim twee decennia heeft de wereld meer autocratieën dan democratieën. De maatschappelijke ruimte brokkelt dan ook overal af. Het is een neerwaartse spiraal: hoe minder ruimte voor tegengeluid, hoe meer schending van rechten, hoe verder de maatschappelijke ruimte afneemt, hoe makkelijker rechten genegeerd kunnen worden. Zo slibben de aderen langzaam dicht.
Als Nederland zich dat te weinig aantrekt en zich terugtrekt achter de dijken, legt Nijman uit, kan zich dat uiteindelijk wreken: ‘Het tegengaan van autocratische tendensen is essentieel voor het behoud van de internationale rechtsorde. En dus voor onze manier van leven.’
De afbraak van de democratie gaat sluipenderwijs. We moeten hier ook opletten
Nijman kijkt om zich heen in het restaurant. Rondrennende kinderen, een jonge vrouw achter een laptop, twee ouderen die bij een vroege lunch een glas witte wijn bestellen. Verderop in de straat hangt een verweerde Oekraïense vlag aan een balkon, tegen een lantaarnpaal staat een omafiets met een ‘Free Palestine’-sticker.
‘De vrijheid die we hier hebben om ons te uiten, is niet vanzelfsprekend’, aldus Nijman. Het verdedigen van ruimte voor tegenspraak elders in de wereld is niet alleen een morele plicht, maar ook van strategisch belang. ‘Het vraagt om een krachtig politiek verhaal. En de AIV vindt dat daar ook financiële middelen bij horen.’
Klevers PVV wilde ontwikkelingshulp het liefst helemaal afschaffen. Dat plan heeft de coalitieonderhandelingen niet overleefd, maar de besteding van de 3,8 miljard euro die na de bezuinigingen overblijft, heeft ze wel in lijn gebracht met de speerpunten van het rechtse kabinet.
Op de eerste plaats moet het Nederlandse bedrijfsleven meer gaan profiteren van ontwikkelingsgeld. Bestedingen, los van noodhulp, moeten daarnaast bijdragen aan het tegengaan van migratie. Of stabiliteit bevorderen in regio’s waar bijvoorbeeld drugs- of mensensmokkelroutes lopen, zodat dit ook de veiligheid van Nederland ten goede komt. Maatschappelijke organisaties krijgen alleen nog geld als ze bijdragen aan deze ‘Nederlandse belangen’.
Radicale breuk
Het is een radicale breuk met de koers die in 2014 door toenmalig PvdA-minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen is ingezet en door haar opvolger Sigrid Kaag (D66) werd voortgezet. Zij zetten vooral in op het steunen van organisaties die vechten voor vrijheden en mensenrechten, en die aanschoppen tegen autocratische regimes. Met een focus op hun politieke rol van ‘pleiten en beïnvloeden’. Lobby, in andere woorden.
Voor wat in de ontwikkelingssector bekendstaat als ‘dienstverlening’, zoals scholen en klinieken bouwen, kwam minder geld beschikbaar. Meer traditionele ngo’s, zoals Cordaid, zagen hun inkomsten onder Ploumen – die overigens ook moest bezuinigen – flink dalen.
‘Om armoede bij de wortel aan te pakken heb je een kritisch maatschappelijk middenveld nodig’, zegt Ploumen, die in 2022 de politiek heeft verlaten en nu als mensenrechtenjurist werkzaam is. ‘Je kunt tot in de eeuwigheid waterputten slaan. Maar het is efficiënter om de politieke ruimte van burgers te helpen vergroten. Dan kunnen zij hun eigen regering ertoe aanzetten die waterputten te bouwen.’
‘Een gezonde democratie heeft waakhonden nodig, dus moet je die waakhonden zelf te eten geven’
En, zo is de overtuiging van Ploumen, je kunt armoede en ongelijkheid alleen bestrijden als je daarbij ook kijkt naar de rol van het Westen bij het veroorzaken of instandhouden daarvan. Organisaties als Pax, Schone Kleren Campagne, Somo en Both Ends kregen onder Ploumen ineens een flinke zak geld om de Nederlandse pensioenfondsen, het bedrijfsleven en handelsbeleid kritisch onder de loep te nemen.
Die ngo’s schuiven aan bij rondetafelgesprekken met ambtenaren en nodigen daarbij regelmatig lokale activisten uit. Arbeiders die onder erbarmelijke omstandigheden kleding produceren voor westerse ketens, Colombianen die vertellen dat er bloed kleeft aan de steenkolen die in onze verbrandingsovens verdwijnen, Oegandezen die zich beklagen over Nederlandse belastingconstructies, omdat multinationals die gebruiken om in Oeganda geen belasting te betalen.
Onder vuur
Met overheidssubsidie spitten deze organisaties middels Woo-verzoeken in overheidscommunicatie en schrijven ze onderzoeksrapporten. Als hun input op ministeries en in bestuurskamers wordt genegeerd, kloppen ze aan bij de media of stappen naar de rechter. ‘Je eigen tegenspraak faciliteren is niet voor bange politici’, zegt Ploumen grinnikend. ‘Ik lag zelf ook onder vuur van die clubs. Het hield me scherp.’
Een gezonde democratie heeft waakhonden nodig, aldus de redenering van Ploumen, dus moet je die waakhonden ook zelf te eten geven. ‘Het bedrijfsleven was al goed in staat zijn belangen te verdedigen in Den Haag. Door ruimte te creëren voor de stem van mensen zonder geld en macht, probeerde ik evenwicht te brengen.’
Klever staat daar anders in. Het geld dat na haar bezuinigingen overblijft voor ngo’s mogen zij niet gebruiken voor beleidsbeïnvloeding in Nederland of Brussel. ‘Ik vind het onwenselijk dat er met overheidsgeld gelobbyd wordt tegen diezelfde overheid’, verklaarde Klever daarover eind januari in een commissiedebat. ‘Natuurlijk mag iedereen lobbyen, maar niet met geld dat bedoeld is voor ontwikkelingshulp.’
Ze hekelde in dat debat ook de constructies waarin geld via Nederlandse ngo’s soms naar honderden lokale organisaties wordt doorgesluisd. ‘Iedere laag heeft overheadkosten.’ Klever vindt de Nederlandse hulp nu te versnipperd, kritiek die wordt gedeeld door de Organisatie van Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso). Door vooral lokale organisaties te steunen, wil Klever het geld efficiënter besteden.
‘Ik vind het niet wenselijk dat er met overheidsgeld gelobbyd wordt tegen diezelfde overheid’
Karin van Boxtel, directeur van milieu- en mensenrechtenorganisatie Both Ends, ziet de wijde vertakkingen juist als een voordeel. ‘Wij hebben vijfhonderd partnerorganisaties’, vertelt ze in het Both Ends-kantoor, een voormalig bankgebouw in het centrum van Utrecht. ‘We werken nauw samen met grassrootsorganisaties, vrouwen, jongeren, vakbonden en mensenrechtenactivisten, wisselen kennis uit en vertegenwoordigen hun belangen in Den Haag en Brussel.’
De zaken die de Nederlandse ngo’s oppakken zijn vaak slepend en ingewikkeld. Berta Cáceres, een inheemse leider in Honduras die zich verzette tegen de komst van een stuwdam, werd vermoord door huurmoordenaars. Die bleken verbonden aan een bedrijf dat de dam bouwde en betaald werd door een Nederlandse ontwikkelingsbank.
Wie is verantwoordelijk voor haar dood? Heeft de bank destijds genoeg gedaan om de rechten van de inheemse bevolking te beschermen? De inheemse organisatie waar Cáceres deel van uitmaakte, heeft samen met Nederlandse partners deze vragen op de agenda gezet. Daardoor is de moord niet in de doofpot verdwenen, zoals Hondurese autoriteiten wilden, en heeft de bank veranderingen doorgevoerd in haar beleid.
Toegang tot de macht
Voor een afgelegen inheemse gemeenschap als die van Cáceres is het zonder internationale steun vrijwel onmogelijk om toegang te krijgen tot de macht in Den Haag of Brussel. Maar het zijn juist dit soort kleine organisaties die in de haarvaten van de samenleving zitten en het beste weten wat er speelt. ‘De kracht zit in de samenwerking’, zegt Ploumen.
Klever wil dat het ontwikkelingsbeleid Nederlands ‘eigenbelang’ dient. Ze verkent bijvoorbeeld de mogelijkheid om uitgeprocedeerde asielzoekers naar Oeganda te sturen. Daarvoor zal ze het dictatoriale, repressieve regime gunstig moeten stemmen. Hoewel de praktische invulling van Klevers plannen zich nog moet ontvouwen, ligt het voor de hand dat de financiering van Oegandese activisten die zich verzetten tegen hun regering zal stoppen.
De vraag is echter of dit inderdaad het Nederlands eigenbelang zou dienen. ‘We moeten ons niet blindstaren op economisch of politiek gewin op de korte termijn’, zegt hoogleraar Nijman. ‘Op de lange termijn is Nederland vooral gebaat bij stabiele democratieën die de internationale rechtsorde respecteren en duurzame ontwikkeling mogelijk maken.’
Ook bedrijven hebben daar uiteindelijk belang bij. Het is nu eenmaal beter zakendoen als er enige rust is in een land en de inwoners geld hebben om producten te kopen. Veel bedrijven willen zich bovendien ook zelf graag houden aan klimaat- en mensenrechtenverdragen, ngo’s kunnen behulpzaam zijn bij het maken van de juiste keuzen.
Stroomversnelling
Toen Klever in het commissiedebat op dat punt werd gewezen, opperde ze dat bedrijven de kritische ngo’s dan wellicht zelf kunnen inhuren. ‘Dat is natuurlijk vaak geen optie’, zegt Van Boxtel van Both Ends. ‘Ons werk vereist onafhankelijkheid.’ Both Ends, een organisatie met veertig werknemers die door de bezuinigingen ongeveer de helft van haar inkomsten verliest, is op zoek naar andere fondsen. Dat is niet makkelijk: ‘Iedereen vist in dezelfde vijver.’
Want de afgelopen jaren zijn veel westerse landen minder gaan uitgeven aan ngo’s. Die beweging is de laatste maanden in een stroomversnelling geraakt nadat Trump besloot om de 40 miljard dollar die Amerika jaarlijks uitgeeft aan Usaid, een ontwikkelingsorganisatie die zich onder meer bezighoudt met aidsbestrijding en vaccinatieprogramma’s, te bevriezen. Hij noemde Usaid ‘oplichterij’, een organisatie die geld uitgeeft aan ‘landen waar nog nooit iemand van heeft gehoord’.
Trumps geflirt met de Russische leider Vladimir Poetin heeft een nieuwe bezuinigingsgolf op ontwikkelingssamenwerking in gang gezet. Overheidsgeld is nodig voor defensie en wapens, zo klinkt het overal in Europa. Veel maatschappelijke organisaties vechten daardoor voor hun voortbestaan en wereldwijd is een enorme run ontstaan op geld van filantropen en andere private fondsen.
Laag aaibaarheidsgehalte
Voor organisaties die zich zoals Both Ends richten op de uitwassen van handelsverdragen of belastingconstructies is dat extra lastig. Veel geldschieters zien het liefst snelle, tastbare resultaten, of hebben er zelf ook geen belang bij dat de diepere structuren van machtsongelijkheid aan de kaak worden gesteld. ‘Ons werk heeft vaak een laag aaibaarheidsgehalte’, zegt Van Boxtel.
Dit werk leent zich ook niet goed voor het werven van particuliere donateurs. Both Ends houdt zich bezig met technische en slepende dossiers. In het straatarme Mozambique bijvoorbeeld, waar de miljardeninvesteringen die op gang kwamen na een grote gasvondst nauwelijks ten goede komen aan de bevolking. Onvrede daarover drijft jongeren in de armen van gewelddadige jihadisten.
Toch gaf Nederland een Nederlands baggerbedrijf dat betrokken is bij het gasproject een exportkredietverzekering van 1 miljard euro. Both Ends en Milieudefensie proberen die verzekering al jaren van tafel te krijgen. Westerse bedrijven hebben te weinig oog voor hun rol in het conflict, stellen ze. En waarom zou de Nederlandse belastingbetaler moeten opdraaien voor het risico dat de baggeraar loopt met deze investering?
Potentiële donateurs kiezen eerder voor iets overzichtelijks als ‘met uw geld gaat dit kind naar school’.
Datzelfde gebrek aan aaibaarheid geldt ook voor Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (Somo), die nu nog jaarlijks zo’n 2,5 miljoen euro van de Nederlandse overheid krijgt, 40 procent van haar inkomen.
Grote vervuilers
Somo bracht in 2023 aan het licht dat de Nederlandse overheid jaarlijks gemiddeld 37,5 miljard euro subsidie gaf aan grote vervuilers, zoals Shell en Tata Steel, veel meer dan tot dan toe was aangenomen. Het was munitie voor de klimaatbeweging en leidde ertoe dat de regering stappen nam om de subsidies af te bouwen.
De organisatie speelde ook een sleutelrol bij de totstandkoming van de anti-wegkijkwet. Die stelt bedrijven verantwoordelijk voor misstanden in hun productieketen, zodat ze niet langer ongestraft mensen of planeet kunnen uitbuiten. Mede door de felle lobby van het bedrijfsleven wordt deze EU-wet, die komend jaar in werking moest gaan, uitgekleed en uitgesteld.
‘Bedrijven hebben legers van lobbyisten in dienst en geven jaarlijks miljarden uit om de politiek te beïnvloeden’, aldus interim-directeur Joseph Wilde-Ramsing. ‘Dit soort processen vergen een lange adem.’ Somo heeft vanwege de op handen zijnde bezuinigingen alvast tien van de vijftig banen geschrapt. ‘Intussen neemt de politieke macht van multinationals en superrijken als Elon Musk alleen maar toe.’
Geloofwaardigheid
De AIV adviseert om bij buitenlandbeleid altijd uit te gaan van het ‘no harm-beginsel’: Nederlands handelen mag geen schade toebrengen aan anderen en geen rol spelen bij mensenrechtenschendingen. ‘Onafhankelijke waakhonden zijn daarbij essentieel’, aldus Nijman. ‘Lokale organisaties brengen schendingen of milieuschade aan het licht, journalisten schrijven erover.’ De adviesraad hamert ook op geloofwaardigheid: ‘Ons buitenlandbeleid moet consistent zijn. Je kunt niet in het ene land iets zeggen over mensenrechten, en er in het andere land over zwijgen.’
Die geloofwaardigheid staat ook op de tocht als Nederland niet het goede voorbeeld geeft. Want ook hier krimpt de ruimte voor het maatschappelijk middenveld: er wordt flink bezuinigd op wetenschappers en de publieke omroep, het kabinet wil het demonstratierecht inperken, en politici en bewindvoerders vallen publiekelijk rechters, wetenschappers en journalisten aan.
Een meerderheid in de Kamer wil bovendien dat het moeilijker wordt voor belangenorganisaties om de staat voor de rechter te slepen, een reactie op onder meer de klimaatzaak van milieuorganisatie Urgenda. ‘De afbraak van de democratie gaat meestal sluipenderwijs’, zegt Nijman. ‘We moeten ook in eigen land opletten.’
Afglijden democratie
Dat het ook heel snel kan gaan, is te zien in de Verenigde Staten. Journalisten worden geweerd uit het Witte Huis, wetenschappers onder druk gezet, rechters verdacht gemaakt, ambtenaren massaal ontslagen en burgers gedeporteerd. Een te pro-Palestijns geluid naar Trumps zin, of een trans vrouw in het zwemteam, is in het hedendaagse Amerika reden om de financiering van universiteiten drastisch te korten.
Het gevolg na nog geen drie maanden: doodsbange wetenschappers en ambtenaren proberen zich te schikken naar Trumps grillen en The Washington Post zet geen kritische stukken meer op de opiniepagina’s. Buiten de demonstraties van afgelopen weekend, klinkt er schrikbarend weinig tegengeluid.
Ook in het VN-hoofdkwartier Genève is het Trump-effect voelbaar. Dat Trump uit de VN-Mensenrechtenraad stapte, bracht een schokgolf teweeg in de stad waar honderden internationale organisaties en ngo’s zetelen. Door het bevriezen van Usaid-geld zitten veel organisaties in acute geldnood. ‘De stad en het kanton Genève maken nu zelf geld vrij om ze uit de brand te helpen’, vertelt Nijman. ‘Dat is lef hebben.’
Lees ook
Geselecteerd door de redactie