Nederland roept op tot onafhankelijk onderzoek naar Israëlische beschieting van ambulances in de Gazastrook
Van verschillende kanten wordt aangedrongen op een onderzoek van een Israëlische beschieting op ambulances in de Gazastrook. Israël heeft toegegeven dat de hulpverleners geen strijders waren. Minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp noemt de aanval ‘buitengewoon ernstig’.
Internationaal klinkt de roep om een onafhankelijk onderzoek naar de Israëlische beschieting van een konvooi ambulances in de Gazastrook, waarbij vijftien hulpverleners door Israëlische militairen zijn doodgeschoten. De VN, de Federatie van het Rode Kruis en Halve Maanverenigingen (IFRC) en Amnesty International noemen deze beschieting van een konvooi hulpverleners een schending van het oorlogsrecht.
De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp noemde de aanval op het konvooi zondag in het tv-programma Buitenhof ‘buitengewoon ernstig’. Hij wil dat er een ‘stevig onderzoek’ naar komt. Zijn Australische collega Penny Wong pleit eveneens voor een onafhankelijk onderzoek.
Licht en sirenes
De ambulances en een brandweerwagen werden op 23 maart bij Rafah, in het zuiden van Gaza, onder vuur genomen toen ze hulp kwamen verlenen aan een ambulance die eerder door Israëlische militairen was beschoten, waarbij de inzittenden gewond waren geraakt of waren gedood.
Israël zei in een eerdere verklaring dat de voertuigen niet herkenbaar waren als ziekenwagens en zonder licht reden. Ook zei het Israëlische leger dat strijders van Hamas en Islamitische Jihad meereden in de ambulances. Maar uit filmbeelden die werden aangetroffen op een telefoon van een van de omgekomen hulpverleners blijkt dat de voertuigen ’s nachts met lichten en sirenes aan naar de plek reden waar onder andere de ambulance werd aangetroffen. Op de filmbeelden is te horen hoe een ambulancemedewerker bidt omdat hij verwacht de aanval niet te overleven.
De Israëlische militaire autoriteiten geven nu toe dat de omstandigheden anders waren dan eerder gemeld en zeggen dat ze de beschieting zorgvuldig zullen onderzoeken.
Massagraf
De telefoon werd gevonden op het lichaam van de ambulancemedewerker die met dertien andere hulpverleners werd aangetroffen in een massagraf nabij Rafah, samen met de wrakken van de voertuigen waarin ze reden. Het graf werd ontdekt door een VN-hulpverleningsteam in Gaza, na een telefoontje van de Israëlische autoriteiten.
De meeste hulpverleners hadden oranje vesten aan van de Rode Halve Maan, sommigen ook medische handschoenen, meldde The Wall Street Journal zondag na het zien van diverse videobeelden. Een van de medewerkers werd dood op een andere plek aangetroffen, een andere wordt nog vermist.
Een van de hulpverleners, Monzer Jehad Abed, overleefde de aanval. Tegen The Wall Street Journal zei hij dat hij na de beschieting door Israëlische militairen uit de ambulance werd gesleurd en apart werd gezet. Daar kwam hij een collega tegen, Ass’ad al-Nasasra, overlevende van een beschieting van een ambulance eerder op de dag. Deze hulpverlener wordt nu vermist.
Hoewel Nederland tot nu toe zeer terughoudend is geweest in het veroordelen van het Israëlische optreden in Gaza, zei minister Veldkamp zondag dat het ‘Palestijnse lijden in de Gazastrook niet te verdragen is’. Volgens het hoofd van de Nederlandse inlichtingendienst AIVD, Erik Akerboom, zijn deze beelden ‘olie op het vuur’ voor radicaliserende jihadisten. “Dit soort beelden dragen bij om de daad bij het woord te voegen,” zei de inlichtingenbaas in het tv-programma WNL op Zondag.
Lees ook
Geselecteerd door de redactie