Direct naar artikelinhoud

Opnieuw barst de politieke strijd om de zzp’er los: partijen komen met alternatief wetsvoorstel

Eddy van Hijum, minister van Sociale Zaken bij het vragenuurtje over de zzp-wetten.
Eddy van Hijum, minister van Sociale Zaken bij het vragenuurtje over de zzp-wetten.David van Dam / de Volkskrant

Met een eigen initiatiefwet willen VVD, D66, CDA en SGP een einde maken aan de onduidelijkheid die onder zzp’ers is ontstaan over schijnzelfstandigheid. Daarmee heropenen ze een discussie die na jarenlang debat juist tegen een einde leek te lopen.

is politiek verslaggever van de Volkskrant en schrijft over pensioenen en sociale zekerheid.

In debatten over schijnzelfstandigheid zijn alle partijen het in ieder geval over één ding roerend met elkaar eens: zzp’ers verdienen duidelijkheid en rust. Na jarenlang gesoebat over wetgeving en handhaving zouden zij eindelijk eens moeten weten waar ze aan toe zijn en of ze door kunnen als zelfstandige.

Die duidelijkheid leek er dit jaar te komen. Zo wordt per 1 januari het verbod op schijnzelfstandigheid, dat eigenlijk al sinds 2016 geldt, actief gehandhaafd, zij het nog zonder boetes. Intussen werkt minister van Sociale Zaken Eddy van Hijum (NSC) aan een nieuwe wet die de eisen aan zelfstandig ondernemerschap verder moet verduidelijken.

Het moet een einde maken aan wat hij ziet als een zorgelijke ontwikkeling. Zo zijn er volgens Van Hijum te veel mensen die als zzp’er werken terwijl zij dat juridisch eigenlijk alleen in dienstverband kunnen doen. Dat is een probleem, omdat schijnzelfstandigheid gepaard kan gaan met uitbuiting. Daarnaast holt het in de ogen van de minister het draagvlak onder het sociale stelsel uit, omdat zzp’ers niet meebetalen aan werknemersverzekeringen.

Aanhoudend verzet

Maar hoewel iedereen snakt naar duidelijkheid, stuitte de aanpak van Van Hijum in de afgelopen maanden ook op aanhoudend verzet. Waar de minister de onrust bij zzp’ers op den duur hoopt weg te nemen, wijzen partijen als VVD en D66 er juist op dat ondernemers door handhaving en de aangekondigde nieuwe wet juist in meer onzekerheid verkeren.

In hun ogen biedt Van Hijums aanpak te weinig ruimte voor mensen die wel degelijk ondernemer zijn. Zo kijkt de wet die de minister nu voorbereidt volgens critici te veel naar de vraag in hoeverre het werk van een zzp’er in inhoud en vorm verschilt van dat van iemand in loondienst. Het zou betekenen dat heel wat zelfstandigen toch in loondienst moeten terwijl zij dat liever niet willen.

Belgisch voorbeeld

Het is een van de belangrijkste redenen dat VVD, D66, CDA en SGP het over een andere boeg willen gooien en daarom deze week een eigen initiatiefwet presenteerden. Volgens de partijen is het belangrijkste verschil met Van Hijums wet dat zij nadrukkelijk eerst willen kijken naar de zzp’er zelf en de afspraken tussen zelfstandige en opdrachtgever.

Het gaat er dan bijvoorbeeld om of iemand meerdere opdrachten heeft, investeert in eigen bedrijfsmiddelen, uit vrije wil als zelfstandige werkt en vrijheid heeft over werktijden. Naar Belgisch voorbeeld moet een aparte commissie helpen bij het oordeel of er sprake is van schijnzelfstandigheid.

Om tegelijkertijd wel ‘een gelijk speelveld’ tussen loondienst en zzp te garanderen, worden zelfstandigen in het voorstel wel verplicht om zich te beschermen tegen arbeidsongeschiktheid en geld opzij te zetten voor hun pensioen.

Loopgravenoorlog

Volgens VVD-Kamerlid Thierry Aartsen, de drijvende kracht achter het initiatief, biedt het voorstel daarmee een middenweg om de ‘politieke impasse’ te doorbreken. ‘We hebben jarenlang in een loopgravenoorlog gezeten’, zei hij donderdag in de Kamer.

Maar vooralsnog is van een doorbraak nog geen sprake. De regeringspartijen NSC en PVV zijn niet enthousiast. NSC-Kamerlid Ilse Saris wees erop dat de VVD met het voorstel ingaat tegen het door de partij ondertekende hoofdlijnenakkoord. Daarin staat dat het kabinet doorgaat met de wet die er nu ligt.

Ook Van Hijum ziet nog weinig in het nieuwe voorstel dat hij ‘tamelijk liberaal’ en een ‘fundamentele herziening van het arbeidsrecht’ noemde. De minister denkt dat de initiatiefwet te veel ruimte biedt voor schijnzelfstandigheid omdat ‘de wil’ van de zzp’er volgens hem centraal komt te staan.

Werktijden

Aartsen vond dat te kort door de bocht. Hij wees erop dat in het voorstel ook andere criteria worden gesteld aan ondernemerschap, zoals de vrijheid om eigen werktijden te bepalen, een punt dat ook in Van Hijums wet staat.

Los van de vraag welke wet het meeste zekerheid biedt, is het nu afwachten in hoeverre de twee elkaar in de weg zitten. Nu de roep om meer duidelijkheid harder klinkt, zit in ieder geval niemand te wachten op een nieuwe politieke strijd die tot vertraging leidt. Dat er nu twee concurrerende wetsvoorstellen liggen, maakt het er wat dat betreft niet makkelijker op.

Alles over politiek vindt u hier.

Luister hieronder naar onze politieke podcast De kamer van Klok. Kijk voor al onze podcasts op volkskrant.nl/podcasts.

Help ons door uw ervaring te delen: