De man die de volgende Stroeykens moet klaarstomen bij Anderlecht
Sinds zijn aanstelling als hoofd van de jeugdacademie bij RSC Anderlecht heeft Tim Borguet niet stilgezeten. Hij hervormde in sneltempo. Ex-profs Marvin Ogunjimi en Jan Wuytens zijn de laatste toevoegingen.
“Ik ben verliefd op Anderlecht, maar nog meer op Neerpede”, zegt Tim Borguet. “Neerpede is het hart van de club en heeft Anderlecht door de financiële moeilijkheden van de afgelopen jaren geloodst. Als wij het goed doen, zijn we onklopbaar.”
Borguet begon achttien jaar geleden als jeugdscout bij Anderlecht en keerde vijf jaar geleden, op vraag van Karel Van Eetvelt, terug naar Anderlecht. Tussendoor was hij betrokken bij campagnes voor de KBVB en in dienst van Vincent Kompany, met wie hij onder meer het project BX Brussels op poten zette. Nu richt hij zich op de herstructurering van jeugdwerking.
Voormalig Rode Duivel Marvin Ogunjimi zal zich specifiek richten op de spitsen van de U15 tot de U23. “Hij wordt een detailcoach,” legt Borguet uit, “en moet onze aanvallers nog beter maken.”
Talentcoördinators
Ook binnen de U23-ploeg worden er wijzigingen doorgevoerd. Naïm Aarab en Nicaise Kudimbana, die beiden overkomen van Union, voegen zich bij de staf. Voor de U18 maakt Anderlecht dan weer gebruik van de expertise van Dylan Maalichev en Maxim Dierickx, die de overstap maken van Club Brugge.
Er worden ook twee talentcoördinators geïntroduceerd. “Zij focussen op de individuele ontwikkeling op en naast het veld van de onze talenten”, aldus Borguet. Ex-profs Patrick Dimbala en Jan Wuytens nemen deze rol op zich. Dimbala speelde onder meer bij AA Gent en Moeskroen, terwijl Wuytens na zijn carrière bij PSV assistent-trainer werd bij Racing Genk onder Wouter Vrancken. Hun opdracht is duidelijk: zorgen voor een efficiëntere doorstroom van jeugdspelers naar de U23 en uiteindelijk de A-kern.
Als eindverantwoordelijke voor de jeugdploegen van de U8 tot en met RSCA Futures wil Borguet nu vooral investeren in de omkadering om daar later de vruchten van te plukken. “We moeten performanter worden, met nog meer aandacht voor de individuele speler,” stelt hij.
“Dat gaat verder dan het technische en tactische aspect. Ook fysiek, mentaal, medisch en op vlak van voeding moeten we stappen vooruit zetten. Ik ben enorm veeleisend en dat verwacht ik van iedereen binnen Neerpede. Dat zijn we aan het instituut Anderlecht verplicht.”
Een belangrijk aandachtspunt is de verfijning van het Anderlecht-DNA. “Technische superioriteit gekoppeld aan snelheid van uitvoering moet de basis blijven”, zegt Borguet. “Maar hoe dichter een speler bij het profniveau komt, hoe belangrijker andere kwaliteiten worden: intensiteit, transitie... We willen spelers opleiden die op termijn de stap kunnen zetten naar een topcompetitie. Mario Stroeykens is daar een uitstekend voorbeeld van. Hij heeft het technische en snelle spel in zich, maar kan ook fysiek het verschil maken.”
Hogere lonen
Borguet is zich bewust van de toenemende concurrentie in België. Racing Genk investeert jaarlijks 10 miljoen euro in zijn jeugdopleiding, wat zich niet alleen vertaalt in infrastructuur maar ook in spelerslonen. “Het is een enorm competitieve markt. Een overleg tussen de Belgische topclubs dringt zich op om te vermijden dat dit ontspoort”, zegt hij.
Anderlecht blijft volgens Borguet de beste bestemming voor jong talent, maar de strijd om spelers wordt steeds moeilijker. Naast de nationale concurrentie van Club Brugge en Genk manifesteert Antwerp zich steeds nadrukkelijker binnen zijn regio.
“Wanneer mijn job geslaagd is? Als er op termijn een duidelijke structuur staat. En als we de kwaliteit en de kwantiteit van de jongens die we laten doorstromen kunnen opdrijven.”
Lees ook
Geselecteerd door de redactie