Tadej Pogacar over zijn liefde voor Vlaanderens Mooiste: ‘De crazy fans doen je harder op de pedalen duwen’

Mogen we jou en Mathieu van der Poel, de twee topfavorieten voor zondag, op gelijke voet plaatsen?

“Ik weet het niet. In Milaan-Sanremo was Van der Poel duidelijk de beste. Dit is weliswaar een andere race: harder, uitputtender. Vlaamse hellingen en kasseistroken zijn zijn favoriete terrein. Dus zal hij opnieuw moeilijk te kloppen zijn.

“Er is overigens niet alleen Van der Poel. Ook andere teams mikken op de zege. Ik verwacht veel aanvallen en verschillende strategieën. Ik moet voor alles op mijn hoede zijn.”

Hoe belangijk wordt jouw ploeg in de missie om Van der Poel te verslaan?

“Superbelangrijk. De ploeg is sterk, er heerst een goede sfeer en we hebben allemaal de juiste conditie beet. Woensdag, in Dwars door Vlaanderen, was het wat minder. Zondag moeten ze de beste versie van zichzelf zijn. Iedereen kent zijn basistaken. We zijn er klaar voor.”

Spelen er revanchegevoelens na Milaan-Sanremo?

“Ik zou niet weten waarom. Niemand heeft me iets ergs aangedaan. Feit is wel dat ik het graag opneem tegen de beste renners ter wereld en in het bijzonder tegen Van der Poel, omdat ik van zijn stijl hou. Maar als je me voor de keuze zou plaatsen tussen koersen tegen hem of gezellig met Urska (Zigart, zijn vriendin, JDK/SV) thuis in de zetel zitten, dan opteer ik zonder twijfel voor het tweede.”

Stel: jullie moeten erom sprinten in Oudenaarde. Hoe pak je het aan?

“Dat is lastig. Ik vind Van der Poel een van de beste sprinters ter wereld na een lange en slopende eendagsrace. Beter vermijd ik zo’n duel aan de finish. Maar als het zover komt, dan hopelijk na een zware wedstrijd en met, wat hem betreft, vermoeide benen. Dat kan het verschil tussen ons wat kleiner maken.

“Van der Poel sprint niet alleen beter, hij is ook technisch sterker en rijdt wellicht vlotter over de kasseien. Als ik iets van hem kon stelen, dan zijn uitzonderlijke punch. Maar misschien haal ik wel de bovenhand na zes uur koers. Ik moet de wedstrijd zo hard mogelijk maken en ergens een van de vele kansen grijpen om een gaatje te slaan. Waarom zou je de sprint na 260 kilometer afwachten als je diverse sleutelpunten krijgt waar je het verschil kunt maken?”

Lukt dat in principe beter hier dan in Milaan-Sanremo?

“Zeker. In Milaan-Sanremo kom je redelijk fris aan de voet van de Cipressa en Poggio. En dat zijn dan nog geen echt zware beklimmingen, je haalt er bijna veertig kilometer per uur. Hier kruipt de vermoeidheid van de opeenvolgende hellingen toch meer in de kleren. Mogelijk kan dat in mijn voordeel spelen. Maar met Van der Poels huidige vormpeil wordt het niet evident.”

Je houdt van koersen én van plezier maken. Kun je dat in de Ronde van Vlaanderen combineren?

“Ja. Ik vind het een van de leukste wedstrijden van allemaal. Geweldige sfeer, crazy fans langs de kant van de weg die je adrenaline en motivatie bezorgen en je harder op de pedalen doen duwen. En een interessant parcours natuurlijk, dat constant uitnodigt tot racen. It can be fun.”

De finale van Dwars door Vlaanderen gezien woensdag op tv?

“Neen. Ik zag enkel de uitslag. Maar ik hoorde wel wat er is gebeurd. Tja, dat is koers, zeker? Wout van Aert en co. waren iets te zelfzeker en mispakten zich een beetje. Neilson Powless was echt goed, hoor.”

Beschouw je Van Aert als een evenwaardige Ronde-concurrent als Van der Poel?

“Hij geeft me wel een prima indruk. Oké, het was wisselvallig de voorbije week. Maar de Ronde van Vlaanderen is een van zijn hoofddoelen en voor dat soort grote wedstrijden vindt hij altijd extra motivatie en energie. Ik houd zeker rekening met hem zondag.”

Zou het kunnen dat hij bezweek onder de druk? Die valt niet te onderschatten voor topsporters.

“Ja, zeker. We hebben er allemaal mee te maken. Van Aerts programma puilt niet uit, er staan hoofdzakelijk grote wedstrijden op. Daarin rekent het team uiteraard op hem, hij móét er presteren. Als je dan tweede wordt, zeker met een numerieke meerderheid van drie tegen één in de kopgroep: it sucks. Maar oké, het maakt deel uit van het wielrennen. Ik ben er zeker van dat hij de rug weer zal rechten en vooruit zal kijken. Als het goed gaat zondag, zoveel te beter. Niet? Dan zal dat het einde van de wereld niet zijn. Het is maar koersen, weet je.”

Toch kreeg hij op sociale media de wind van voren.

“Sociale media zijn de kanker van onze maatschappij. Sommigen zitten er godganse dagen op. Ze baren veel positieve dingen, maar de negatieve worden extra benadrukt. Ze kunnen je dag vergallen. Zelf probeer ik het allemaal zo weinig mogelijk te lezen en me er niks van aan te trekken. Dat is het best.”

Hoe was het op de kasseien van Parijs-Roubaix woensdag?

“Heel goed. Het werd een mooie verkenning, in prima weersomstandigheden. Ook naar die wedstrijd kijk ik uit.”

Ondanks de hoge risicofactor die eraan vasthangt?

“Er gebeuren jaarlijks minstens zoveel valpartijen in de Strade Bianche. Ik vind de eerste sprintetappes in de Tour de France of de aanloop richting Cipressa in Milaan-Sanremo zelfs potentieel gevaarlijker. Eén foutje kan over je carrière beslissen. Met die hoge snelheden zijn er altijd en overal risico’s, in elke race.”

Wie nam de beslissing om de helleklassieker dit jaar al te rijden?

“Ikzelf. Omdat het een van de grootste en belangrijkste wedstrijden ter wereld is. Tijdens de eerste verkenning, in februari, voelde ik me heel goed. Daar en toen besloot ik het een kans te geven, voor het te laat is.”

Woensdag liet je enkele records sneuvelen op Strava.

“Ja, maar op bepaalde sectoren blies de wind in het voordeel, dat scheelde. Het maakte het sneller en iets minder pijnlijk. (lacht) Er waren ook enkele stroken waar ik achter de motor reed.”

Zeg eens eerlijk: is Parijs-Roubaix geen groter doel voor jou dan de Ronde van Vlaanderen?

“Ik won Roubaix nog niet, maar ik koerste er ook nooit eerder. Moeilijk te zeggen dus of het mijn hoofddoel is. Daarvoor zal ik eerst eens moeten testen. Val ik er letterlijk en figuurlijk te licht uit voor uit? We zullen zien. Ik ben optimistisch. Eigenlijk zijn alle races waar ik dit seizoen aan deelneem een groot doel.”