Direct naar artikelinhoud

Publieke omroep mogelijk grondig op de schop: van elf omroepen naar vijf ‘omroephuizen’

Minister Eppo Bruins (Media, NSC) wil het omroepstelsel grondig hervormen; hij vindt dat het aantal leden van een omroep minder bepalend moet zijn voor de plek in het bestel. Daarom schaft hij de eis van minimaal 100.000 leden af. Bovendien snijdt hij flink in het aantal omroepen. Dat zijn er nu nog elf, maar als het aan Bruins ligt blijven er maar vier tot vijf ‘omroephuizen’ over.

Eppo Bruins.
Eppo Bruins.PHIL NIJHUIS / ANP

Dat blijkt uit een concept-Kamerbrief. Komende vrijdag moet minister Bruins, die verantwoordelijk is voor media, deze plannen officieel verdedigen in de ministerraad. Maar de voorbereidende vergadering op de ministerraad heeft de brief al goedgekeurd, melden Haagse bronnen.

Het is in ieder geval duidelijk dat het niet meer mogelijk is voor nieuwe omroepen om toe te treden tot het nieuwe bestel. Tot nu toe speelde het begrip ‘pluriformiteit’ een grote rol voor omroepen om hun plekje te bemachtigen in het bestel. De publieke omroep moet er zijn voor iedereen, dus moeten alle geluiden in de samenleving te horen zijn, is het idee.

Ledencriterium

Om dit te borgen moesten omroepen voldoen aan het zogeheten ledencriterium. Iedere vijf jaar wordt gecheckt of een omroep minimaal 100.000 leden heeft. Als dat zo is, mag de omroep in het bestel blijven.

VVD-Kamerlid Claire Martens vindt al langer dat deze eis ‘niet meer van deze tijd’ is. Minister Bruins is nu dus ook om. Hij vindt de eis ‘niet langer bruikbaar’, enerzijds omdat er steeds minder mensen lid zijn van een vereniging en ‘duurzame verbindingen uit het verleden minder hecht zijn geworden en loyaliteiten steeds sneller ingewisseld worden voor anderen,’ zo schrijft de minister in zijn brief.

Maar hij wil het systeem ook aanpassen omdat het iedere vijf jaar ‘tot veel onrust’ leidt bij de omroepen, stelt hij. Ze zijn meer bezig met het werven van nieuwe leden dan met het maken van nieuwe programma’s. Dat is ongewenst, vindt de minister.

Om de pluriformiteit toch te waarborgen wil Bruins een ‘wettelijke gezamenlijke opdracht’ voor de omroepen in het leven roepen, waarmee hij hen verplicht om de ‘in de samenleving levende geluiden, behoeften en perspectieven in het aanbod te vertalen’. Ofwel: een eventuele nieuwe omroep in het bestel is niet nodig. De omroepen moeten de geluiden in de samenleving zelf aanvoelen.

Elf is te veel

Voor de ‘bestuurbaarheid, slagkracht en efficiëntie van het bestel’ is het volgens Bruins ‘van groot belang’ dat er minder omroepen komen. Elf is te veel, vindt de minister. De omroepen moeten zich samenvoegen in vier, hooguit vijf omroephuizen, waarin de omroepen ook organisatorisch meer gaan samenwerken. Dit zorgt moet voor een reductie van de kosten voor zaken als marketing, HR en fondsenwerving zorgen.

Bruins erkent wel dat daarmee niet de hele bezuiniging (van 156 miljoen euro) die de publieke omroep te wachten staat, wordt gedekt. Hoewel de minister verwacht dat de omroepen de programmering ‘zoveel mogelijk ontzien’, stelt hij ook dat het ‘onvermijdelijk’ is dat het programma-aanbod zal worden geraakt.

Saillant detail is dat Bruins het toezicht op de NPO op zo’n manier versterkt, ‘dat er voor een bewindspersoon geen route bestaat om via de toezichthouder oneigenlijk in te grijpen in de onafhankelijke media’. Ook de macht van de politiek op het bestel legt hij dus aan banden.

Help ons door uw ervaring te delen: