Direct naar artikelinhoud

Mijn zoon verbaasde zich lachend over de enorme bossen schaamhaar in de Candy

In het kader van de inmiddels beruchte Week van de Lentekriebels kocht ik in een bric-à-bracwinkeltje een exemplaar van Candy. Het stamde uit 1972. Op de voorkant stond, naast een poefje van koeienhuid, een jonge vrouw met rode, kniehoge lakleren laarzen aan en verder niets.

Daar zoefde ik al, Proustgewijs, terug naar mijn jeugd, ten tijde van de seksuele revolutie. Seks was ‘leuk’, zo werd ons herhaaldelijk verzekerd. Ook hoe een en ander in zijn werk ging, was geen geheim: ‘Je stopt je lul in een kut en neuken maar,’ zoals mijn vroegrijpe klasgenootje Dirk schor lachend vertelde op het schoolplein.

Ik was een jaar of 10 en had zo mijn twijfels. Leuk? Ik vond jonge poesjes leuk, en pastelkleurige likkoekjes, en de boeken van Laura Ingalls Wilder. Aan dat alles kwamen kutten noch lullen te pas. (Nog steeds vind ik ‘leuk’ geen passende omschrijving voor seks. ‘Leuk’ is als je een verloren gewaande oorbel terugvindt in de zak van een oude jas, of als je in een café acht bitterballen krijgt in plaats van de gebruikelijke zes.)

Het jongetje Dirk droeg bovendien geregeld een versje voor dat ook over seks ging en mij angst inboezemde. Het ging zo: ‘Ken jij Kaatje de weduwvrouw/haar op d’r kut als kabeltouw/geil in d’r broek als wagensmeer/tieten als een juttepeer.’ Wat wagensmeer was, wist ik niet, laat staan een juttepeer, maar het klonk al met al bijzonder onsmakelijk. Diezelfde Dirk was uiteraard ook degene die seksboekjes mee naar school bracht. Ze heetten Chick, Tuk en Candy en er stonden foto’s in die het begrip ‘neuken’ op niet mis te verstane wijze in beeld brachten.

Een halve eeuw na dato sloeg ik thuis de zojuist aangeschafte oude Candy open en bladerde erin. Mijn zoon, die langsliep, verbaasde zich lachend over die enorme bossen schaamhaar. “Verder toch best een mooie vrouw,” sprak hij welwillend.

Wat míj vooral opviel aan de Candy was de enorme hoeveelheid spelfouten (‘Jaaaa, spiut me in mijn natte ktuje’), de vindingrijke synoniemen voor geslachtsdelen (‘neuklat’, ‘genotsknots’, ‘vleesgrot’), de geruststellend normale lichamen van alle betrokkenen (mager of mollig, zonder prominente spieren of neptieten, hier en daar ongewassen haar, een blauwe plek of een moedervlek) en de kneuterigheid tussen de dampende bedrijven door (‘hij ging bijna naar huis met andermans stropdas om, een vergissing die je alleen maar kan overkomen in de Candy club!’). Ouderwetse gezelligheid, kortom. Tot ik stuitte op een verhaal waarin een meisje van 15 wordt dronken gevoerd en verkracht.

Toch wel goed, bedacht ik, dat we tegenwoordig die Week van de Lentekriebels hebben.

Sylvia Witteman (1965) is columniste en schrijfster. Drie keer per week lees je hier haar column. Lees alle columns van Sylvia Witteman terug.

Reageren? s.witteman@parool.nl

Help ons door uw ervaring te delen: