Twee sjacheraars maken er in ‘Holy Electricity’ een heerlijk excentrieke janboel van met hun handeltje in neonverlichte kruizen
Welke nieuwe films moet je zien? We zetten de nieuwe releases op een rij en selecteren de film van de week. Dit keer: twee scharrelaars gaan neonverlichte kruisjes verkopen, maar de rode draad is bijzaak in het heerlijk eclectische Holy Electricity. Debutant Tato Kotetisjvili vat de excentrieke janboel van zijn woonplaats Tbilisi.
Holy Electricity is een uitstekend gekozen filmtitel. Hij intrigeert – wat is er heilig aan elektriciteit? Hij verwijst naar de kern weer van het verhaal van Tato Kotetisjvili’s speelfilmdebuut, waarin de neven Bart en Gonga een handeltje in neonverlichte kruizen beginnen.
Maar die verhaallijn is, hoewel het de rode draad van de film vormt, slechts bijzaak.
Belangrijker aan die titel is dat hij vat hoe Kotetisjvili ogenschijnlijk tegengestelde impulsen weet te verenigen – het heilige en de moderniteit, maar ook chaos en orde, traditie en vooruitgang, fictie en documentaire.
Gonga en Bart zijn sjacheraars in de buitenwijken van de Georgische hoofdstad Tbilisi die vuilnisbelten afstruinen op zoek naar dingen die ze kunnen doorverkopen op tweedehandsmarkten. Als ze een koffer vol roestige kruizen vinden, behangen ze die met ledstrips, als miniversies van de manshoge neonkruizen die overal in het Georgische landschap opduiken.
Maar veel belangrijker dan dat verhaallijntje is het rondhangen aan de rafelranden van de stad, een georganiseerde chaos vol markante figuren die Kotetisjvili liefdevol zijn film laat bevolken. Hij vond deze mensen, vertelde hij op het afgelopen filmfestival van Rotterdam, zoals Bart en Gonga hun spulletjes verzamelen: struinend door de stad.
Trans identiteit
“Al die mensen, dat is waar de film begon,” zei hij. “Ik wilde ze laten zien zoals je ze in Georgische films eigenlijk nooit ziet – gewoon zoals ze zijn, in hun eigen omgeving. Ik spotte ze als ik met ander werk bezig was, of ik kreeg tips van vrienden. En we hebben een oproep geplaatst, maar dan niet op een casting-website maar gewoon op een site voor allerlei werk – klusjesmannen, horecapersoneel, dat soort dingen. Daar kwamen heel interessante mensen op af.”
Ook Gonga en Bart zijn min of meer gevormd naar de acteurs die ze spelen. Zo ging Kotetisjvili niet op zoek naar een trans acteur omdat hij een trans personage had bedacht, maar werd Bart een trans persoon omdat hij acteur Nikolo Ghviniasjvili castte die het belangrijk vond zijn trans identiteit ook een plek in de film te geven.
Zo werd Holy Electricity dus voor een deel documentaire – zowel de, soms behoorlijk excentrieke, bijfiguren als de locaties filmde Kotetisjvili grotendeels zoals hij ze aantrof. Of nou ja, excentriek: zo vreemd zijn ze niet, maar in films kom je dit soort types zelden tegen. Dat zegt misschien meer over de cinema dan over deze mensen.
“Er was wel een script hoor,” aldus Kotatetsjvili. “Maar we wisten vooraf al dat de dialogen zouden veranderen wanneer we met de acteurs aan de slag gingen. Uiteindelijk veranderde er nog veel meer dan alleen de dialogen. Op de set stonden we open voor alles wat zich aandiende – mensen die we tegenkwamen, een plek waar we op stuitten, of improvisaties van de acteurs. We hadden ook bewust tijd ingeruimd voor dat soort onverwachte dingen.”
Bomvol details
Behalve dat er dingen werden aangepast, werd ook veel uit het scenario simpelweg niet gedraaid. Er gebeurt in Holy Electricity van alles tussen de regels door. Zo slingert Gonga op een gegeven moment ondersteboven aan een kabel, en loopt hij in het volgende shot met zijn arm in het gips, zonder dat daar een woord aan vuil wordt gemaakt. “Op papier moet je allerlei dingen uitleggen, lezen werkt anders dan kijken,” aldus Kotetisjvili. “Maar op film is het juist saai als alles wordt uitgespeld.”
Kotetisjvili maakt met de film zijn regiedebuut, maar werkt al langer als cameraman. Ook voor Holy Electricity maakte hij zelf de beelden. Hij vat de janboel van zijn stad (zie kader) grotendeels in stilstaande shots – bomvol chaos en details en toch met een zekere rust. Ook daarin creëerde hij doelbewust ruimte voor toeval.
“Als cameraman neem je de tijd om het shot uit te denken, met het risico dat het allemaal té perfect wordt. Dus wat ik gedaan heb: wanneer ik vond dat het shot klaar was en mijn innerlijke perfectionist tevreden was, heb ik nog even een tik tegen het statief gegeven, of de camera een stukje opzij gezet. Om de perfectie te slopen.”
Buitenwijken
Een belangrijke inspiratiebron voor Holy Electricity, zegt Tato Kotetisjvili, was zijn woonplaats Tbilisi. En dan specifiek de buitenwijken van de stad. “In het centrum is het, zoals in veel grote steden denk ik, allemaal wat meer aangeharkt. Het stadsbestuur wil dat het representatief is, de boel wordt onderhouden en men is strenger op wat er gebouwd mag worden. Maar in de buitenwijken lijken er geen regels te zijn – mensen bouwen maar wat in het rond, elk huis wordt een andere kleur geverfd. De chaotische, eclectische stijl die dat oplevert, vol met gekke details, vind ik fantastisch.”
Holy Electricity
Regie Tato Kotetisjvili
Met Nika Gongadze, Nikolo Ghviniasjvili
Te zien in De Balie, Eye
Ook uit deze week:
Vingt dieux: de botsing tussen Totones onbezonnen, van hormonen gierende tienerinborst en het engelengeduld dat kaasmaken vereist, is de motor van de film (de titel is een lokale Juravariant van ons ‘nondeju’), het speelfilmdebuut van Louise Courvoisier.
The Damned: een groepje soldaten verkent het besneeuwde landschap van Noordwest-Amerika tijdens de Burgeroorlog. Ondanks minimale middelen komt deze oorlogsfilm van Roberto Minervini hard aan.
Ik zal zien: in haar eerste fictiefilm dompelt Mercedes Stalenhoef de kijker onder in de belevingswereld van Lot (Aiko Beemsterboer) gedurende de verwarrende en frustrerende periode na het ongeluk, waarin de blinde Lot moet leren omgaan met die nieuwe realiteit.
Gaucho Gaucho: in de bergen van Noord-Argentinië zijn gaucho’s te vinden, traditionele cowboys die paarden berijden en koeien houden. De zwart-witbeelden van dit leven zijn zo gestileerd, dat je haast vergeet dat je naar een documentaire kijkt.
Een kano naar zee: in vier delen vertelt regisseur André van der Hout het verhaal van de Rotterdamse haven. Niet het geijkte verhaal van ‘opgestroopte mouwen, rokende schoorstenen en grote schepen’, zoals iemand in de film het opsomt, maar vooral ook alle complexe bewegingen daarachter.
Lees ook
Geselecteerd door de redactie