Direct naar artikelinhoud
Pinda’s die net zijn geoogst.
Pinda’s die net zijn geoogst.Design Pics Editorial via Getty Images

Is pindakaas zonder palmolie écht beter voor de wereld?

Pindakaas zonder palmolie – het klinkt duurzaam. Maar een alternatief als kokosolie is misschien wel net zo schadelijk. En hoe zit het met de pinda’s zelf? Trouw duikt in de wereld achter het populaire broodbeleg.

en

Op de ruit van De Pindakaaswinkel staat het in grote letters: ‘Geen palmolie’. Dit product van de oliepalm heeft een slechte reputatie, omdat er voor plantages veel oerwoud is gekapt, zoals in Indonesië en Maleisië. Door milieucampagnes denken veel consumenten bij palmolie aan de orang-oetan die lijdzaam toeziet hoe zijn leefgebied verdwijnt.

De Pindakaaswinkel gebruikt liever kokosolie, in aanvulling op de 710 pinda’s per potje. Maar ook pinda’s en kokosolie komen uit tropische gebieden. Hoe weet de klant of er voor deze producten geen natuurgebied is verdwenen? Op de verpakking staat geen enkel keurmerk en in de winkel is hierover geen informatie te vinden.

‘Onze pinda’s komen uit Argentinië, waar moderne landbouw wordt beoefend met grote stukken land en grote machines. De Argentijnse pinda’s vinden wij verreweg de lekkerste’, schrijft het bedrijf op de website. De Pindakaaswinkel is in 2016 begonnen in Amsterdam en heeft tien winkels. De potjes liggen op nog eens 850 verkooplocaties in het schap. Het doel is niet alleen de lekkerste maar ook ‘de meest duurzame pindakaas’ te maken.

Nog niet in Argentinië wezen kijken

Oprichter Michiel Vos vertelt dat hij in Sri Lanka een palmolieplantage heeft bezocht. Maar bij de pindaoogst in de omgeving van de Argentijnse stad Córdoba is hij nooit wezen kijken. “Wij veronderstellen dat het wel goed zit in Argentinië. Het gaat om gebieden van tienduizenden hectares landbouwgrond. De eigenaar verhuurt die voor de teelt van soja, mais en pinda’s.”

Is er bos gekapt om die gigantische percelen te creëren? En in hoeverre gebeurt dat nog altijd? Hoe kan de consument weten of de pindakaas ontbossingsvrij is? “Een terechte vraag”, zegt Vos. “Hier hadden we nog niet over nagedacht. Zeker weten doen we het niet. Er is geen keurmerk voor pinda’s.”

Tussen 1990 en 2020 is Argentinië 7 miljoen hectare bos kwijtgeraakt, volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties, bijna twee keer het grondgebied van Nederland. Dit komt vooral door de oprukkende, intensieve landbouw. Het Zuid-Amerikaanse land teelt nu pinda’s op 450.000 hectare grond. Wereldwijd wordt er meer land gebruikt voor pindaplanten dan voor oliepalmen.

Kritische consumenten met oogkleppen

Vanwege de tropische ontbossing is het begrijpelijk dat mensen tegen palmolie zijn, zegt bioloog Erik Meijaard. “Wat zij vergeten is dat er ook ontbossing heeft plaatsgevonden bij de meeste andere oliegewassen.” Het verbaast hem dat kritische consumenten dit over het hoofd zien. “Als je geen palmolie wilt consumeren, zeg je automatisch ‘ja’ tegen iets anders”, zegt Meijaard. “Want er zitten waarschijnlijk wel vetten en olie in je eten.”

Als bioloog en onderzoeker in Borneo weet hij wat de aanleg van oliepalmplantages betekent voor de orang-oetan. Verder schreef Meijaard mee aan een rapport over de toenemende vraag naar plantaardige oliën en de gevolgen voor de biodiversiteit. De organisatie hierachter, International Union For Conservation of Nature (IUCN), is bekend van de rode lijst van bedreigde diersoorten.

“Als je gek bent op orang-oetans, dan zou ik zeggen: blijf weg van palmolie”, zegt Meijaard. “Maar misschien ben je dol op jaguars en dan moet je eens goed kijken naar mais en soja uit Zuid-Amerika. Deze katachtige ziet zijn leefgebied – de tropische regenwouden en wetlands van Amerika – kleiner worden.”

Palmolie heeft mede zo’n slechte naam door de campagnes die Greenpeace en Milieudefensie hebben gevoerd. Terecht, vindt Meijaard. “Maar ik vind het raar dat we zulke problemen maar bij één gewas erkennen. De meeste kokospalmen staan bijvoorbeeld in tropische eilandstaten zoals de Filippijnen en Indonesië, en daar bedreigt de productie van kokosolie tientallen diersoorten.” Dit blijkt uit gegevens van IUCN.

Waarom is er geen keurmerk voor andere oliegewassen?

De druk op de palmolieindustrie heeft ervoor gezorgd dat bepaalde bedrijven verantwoord zijn gaan produceren, zegt Meijaard. Er is een keurmerk gekomen, de Round Table on Sustainable Palm Oil (RSPO). Bedrijven die hieraan meedoen, mogen niet geassocieerd worden met ontbossing. Verder is de olie te herleiden naar een specifieke plantage.

“Dit verloopt nog niet vlekkeloos”, zegt Meijaard. “Bovendien is nog maar 20 procent van alle verhandelde palmolie gecertificeerd. Maar het is een stap richting een duurzame productie. Als je palmolie kunt herleiden naar een plantage, is dat mogelijk voor ieder gewas. Maar die vraag wordt niet gesteld.”

De persoonlijke waarden van een consument bepalen welke product hij wel of niet koopt, zegt Meijaard, maar er is ondanks de wildgroei aan keurmerken te weinig informatie beschikbaar. “Voor zover ik weet is er geen gecertificeerde pinda. Er is ook geen keurmerk voor mais of voor lijnzaad. Ga zo maar door. In principe zou dat voor al die gewassen nodig zijn. Voor soja is een keurmerk, maar dat krijgt veel kritiek.”

Milieudefensie is overigens veel kritischer over RSPO. “Het is een totaal onbetrouwbaar keurmerk en kan helemaal niet altijd de palmolie naar de plantage herleiden. De palmolie wordt gemengd met niet-gecertificeerde palmolie en zo op de markt gebracht. Slechts verwaarloosbaar percentage in de keten is herleidbaar”, zegt een woordvoerder.

Palmolie levert meer per op hectare

Als Europa palmolie vervangt door andere oliën, kan dat negatieve milieueffecten hebben, omdat er voor soja, raapzaad en mais vijf tot tien keer zoveel land nodig is om dezelfde hoeveelheid olie te produceren, stelt Meijaard. “De oliepalm levert per stukje land veel meer olie op.”

“Pinda is wat landoppervlak betreft een groter gewas dan oliepalm. Maar voor zover ik weet is er nog geen studie verschenen over de ontbossing veroorzaakt door pinda’s. Misschien omdat een oliepalmplantage gemakkelijk is te herkennen op satellietbeelden, en de pindateelt niet.”

“Twee jaar terug heb ik met anderen de kokospalmen van de wereld in kaart gebracht, en we zagen dat er hele eilanden zijn ontbost. Daar is geen publieke discussie over.” Dit onderzoek verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift Earth System Science Data.

Wat is de conclusie? Meijaard: “We zitten op een kleine planeet met een beperkte hoeveelheid land, waar de natuur met name door de landbouw onder druk staat. Om zoveel mogelijk ontbossing te voorkomen, moeten we zo efficiënt mogelijk produceren. Mijn conclusie is dat het zonder palmolie slechter uitpakt.”

Het klopt dat andere oliën per hectare minder opbrengen, zegt Milieudefensie. “Maar je moet dat ook afzetten tegen de specifieke schade die palmolie aanricht aan de biodiversiteit in belangrijke natuurgebieden én de structurele mensenrechtenschendingen van industriële palmolie. Wij pleiten ervoor om minder palmolie te gebruiken. De palmolie zou van kleine boeren moeten komen en niet van multinationals die structureel landrechten schenden en werknemers uitbuiten.”

Klimaatverandering kan voor meer ontbossing zorgen

Van alle bewoonbare land op aarde, 106 miljoen vierkante kilometer, is 48 miljoen vierkante kilometer landbouwgrond. Dat is meer dan de hoeveelheid bos. Op een derde van die landbouwgrond groeien gewassen, meldt IUCN. De jaarlijkse productiewaarde van de oliegewassen is 265 miljard dollar. Plantaardige oliën zijn onderdeel van een gezond dieet. De vraag zal groeien, ook door de bevolkingstoename.

Het risico op ontbossing groeit ook door klimaatverandering, zegt Meijaard. “Neem Canada. Boeren kunnen er soja en raapzaad telen waar dat twintig jaar geleden niet mogelijk was. In de media en de politiek gaat het altijd alleen maar over tropische bossen.”

Volgens de Canadese overheid vindt er nauwelijks ontbossing plaats in het gigantische bosgebied van 348 miljoen hectare, namelijk jaarlijks 0,02 procent. Dat is bijna 70.000 hectare. Ter vergelijking: de Veluwe omvat volgens Staatsbosbeheer 91.200 hectare.

In Nederland is het bos al lang geleden verwoest, zegt Meijaard. “De vinger wijzen naar Indonesië en het zelf vertikken om de natuur te verbeteren door de landbouw aan te passen, is schijnheilig.” Brussel heeft de Europese ontbossingswet voor bedrijven tijdelijk uitgesteld, tot frustratie van milieuorganisaties en bedrijven die vooroplopen. Die wet is er gekomen omdat vrijwillige initiatieven onvoldoende helpen om ontbossing te voorkomen.

De boodschap van de natuurorganisatie IUCN is dat er geen slechte of goede gewassen zijn. Er zijn alleen slechte en goede landbouwmethodes. Zorg dat landbouw en natuurbescherming goed samengaan. “In Nederland willen we de grutto behouden op rijke, bloemrijke graslanden. Ook in andere landen moet de landbouw rekening houden met de natuur”, zegt Meijaard.

Verdwaalde orang-oetans

De videobeelden van de grootschalige boskap voor de palmolieindustrie, zoals te zien in campagnes van Milieudefensie, zijn schokkend. Volgens deze milieuorganisatie is het goed dat bedrijven zoals De Pindakaaswinkel adverteren dat ze geen palmolie gebruiken. “Zo maken ze mensen bewust van de structurele negatieve impact van industrieel geteelde palmolie, en dat is belangrijk.” Milieudefensie vindt niet dat alle palmolie vervangen moet worden, maar wel dat de vraag moet afnemen. Consumenten kunnen daaraan bijdragen.

“Het goede nieuws uit Indonesië is dat de ontbossing is afgenomen”, zegt Meijaard. “Diezelfde trend willen we zien in Rusland, Brazilië, Nigeria en Canada.”

In West-Kalimantan, Indonesië, werkt hij in palmoliegebied aan de bescherming van orang-oetans in kleine beschermde stukjes bos. “We zien bijvoorbeeld dat de mannetjes tussen de oliepalmen verdwalen, want deze bomen zijn allemaal 15, 20 meter hoog. Als er hier en daar een natuurlijke boom blijft staan, kan de orang-oetan daarin klimmen om zijn richting te bepalen. Zo onderzoeken we hoe we de dieren kunnen helpen.”

“Heb ik liever een volledig beschermd bos?”, zegt Meijaard. “Ja, natuurlijk. Maar die keuze heb ik niet altijd. Ik wil er het beste van maken.”

In een eerdere versie stond een verkeerde rekensom over ontbossing in Canada. Dit is verbeterd.

Lees ook:

Palmolie onmisbaar? Niet als wij meer kool- en raapzaad gaan verbouwen

Palmolieplantages zorgen voor ongekende vernietiging van de natuur. We kunnen best zonder, als we maar willen, denkt Marcel van Wing, oprichter van The Flower Farm, in dit opinie-artikel.

Keurmerk voor palmolie is juist hard nodig

Ruben Brunsveld van de Roundtable on Sustainable Palm Oil verdedigt zich in dit opinie-artikel tegen harde kritiek op ‘duurzame’ palmolie. ‘Ons keurmerk bestrijdt juist de problemen.’

Help ons door uw ervaring te delen: