Veroordeeld voor misbruik van overheidsgeld: loopt er ook in ons land een Marine Le Pen rond?
Marine Le Pen werd veroordeeld omdat ze Europees geld om parlementaire medewerkers aan te werven doorsluisde naar haar nationale partij. Ook in ons land durven politici al eens los om te springen met overheidsmiddelen.
Vier jaar cel, waarvan twee jaar die ze effectief met een enkelband zal moeten uitzitten. Vijf jaar politieke onverkiesbaarheid, waardoor ze mogelijk geen deel zal kunnen nemen aan de presidentsverkiezingen van 2027. De straf voor Marine Le Pen, boegbeeld van de Franse uiterst rechtse partij Rassemblement National, is niet min. De rechtbank hield haar mee verantwoordelijk voor een uitgekiend systeem waarbij, met fictieve contracten en vervalste agenda’s, Europees geld naar de eigen partij werd gesluisd.
Kortweg komt het hierop neer: geld dat de Europese verkozenen van het RN kregen om parlementaire medewerkers aan te nemen, werd in werkelijkheid gebruikt om mensen aan te nemen die zo goed als enkel voor de partij werkten. Sommigen van hen hadden zelfs nog nooit gesproken met het Europarlementslid waar ze op papier voor werkten. Georganiseerde verduistering van publieke middelen, volgens de rechtbank.
Maar ook bij ons wordt er creatief omgesprongen met het takenpakket van politieke medewerkers. In het Vlaams en federaal parlement is het schering en inslag om hen voor de partij te laten werken, al is het een heel stuk minder flagrant dan wat zich in Frankrijk afspeelde.
Kwestie van efficiëntie
“Het Vlaams Blok deed dat al in de jaren 90. Die hadden nagenoeg geen personeelskosten, omdat ze alle parlementaire medewerkers gewoon voor de partij lieten werken”, zegt hoogleraar Bart Maddens (KU Leuven), die gespecialiseerd is in de financiering van politieke partijen. “In grote mate is dat nog altijd zo bij het Vlaams Belang, de personeelskosten zijn nog altijd een stuk lager dan bij de andere partijen.”
Het VB is zeker niet de enige partij die personeel bedoeld voor de parlementairen afwendt naar het eigen hoofdkwartier. Onder Conner Rousseau sommeert Vooruit de meeste parlementaire medewerkers naar de studiedienst van de partij – van daar ondersteunen ze het werk van de parlementairen. Een kwestie van efficiëntie, klinkt het: het is nuttiger om een specialist Mobiliteit op de studiedienst te hebben die de parlementairen kan ondersteunen, dan aparte medewerkers in het Vlaams en federaal parlement die los van elkaar moeten werken.
“Alle traditionele partijen doen dat vandaag in meerdere of mindere mate,” zegt Maddens nog. “Voor de duidelijkheid: ik ben daar radicaal tegen. Het is geld van de belastingbetaler waarmee personeel wordt aangenomen dat ten dienste moet staan van het parlement, maar in werkelijkheid voor de partij werkt. Dat is in mijn ogen afwending van publieke middelen. Dat zou niet mogen kunnen.”
Op die manier spaart een partij algauw een pak geld uit. Een ruwe schatting leert dat een partij als Vooruit, met 13 parlementairen, makkelijk een miljoen euro per jaar uitspaart aan personeelskosten.
Toch zijn er een belangrijk verschillen tussen de zaak-Le Pen en wat gangbaar is bij de Belgische partijen. Om te beginnen zijn er hier geen vervalste documenten. En vooral: wat hier gebeurt, is niet verboden.
Bij het Rassemblement National gaat het om medewerkers in het Europees parlement. Op het Europese niveau is het uitdrukkelijk verboden om die mensen voor de partij te laten werken. Voor het Vlaams en federaal parlement ligt dat anders. “Daar zijn de regels ofwel onbestaand ofwel zo vaag dat het de facto toegelaten is om die mensen voor de partij te laten werken”, aldus Maddens. Vooruit benadrukt inderdaad dat het geen Europese medewerkers inzet op het partijhoofdkwartier.
Naar de supermarkt
Vlaams Belang kwam wél al in de problemen. Het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) opende in 2024 een onderzoek naar Europees Parlementslid Tom Vandendriessche (Vlaams Belang). Hij zou, net als bij Rassemblement National, Europese medewerkers hebben ingeschakeld om opdrachten voor de nationale partij uit te voeren. Ook Hilde Vautmans (Open Vld) kwam door vermeend misbruik van middelen, onder meer voor viptafels op paardenevenementen, in het vizier van het Europees Openbaar Ministerie.
Ook regeringsleden lopen er weleens de kantjes van af. In de Wetstraat circuleren talloze verhalen over ministers die hun cabinetards inschakelen voor schilderwerken bij hen thuis, om de kinderen van de crèche te laten ophalen, of naar de supermarkt te sturen om boodschappen te doen. Op de loonlijst van sommige kabinetten duiken kort voor de verkiezingen plots veel mensen op uit de stad of provincie van de minister: handig om de minister te helpen bij het campagnevoeren.
Strikt gezien is dat allemaal niet toegelaten, maar zelden wordt er iemand voor op de vingers getikt. Dat overkwam wel Joëlle Milquet. In 2016 diende de oud-voorzitter van cdH (nu Les Engagés) haar ontslag in als Franstalig minister van Onderwijs, nadat ze door het gerecht in verdenking werd gesteld van mogelijke belangenvermenging. Ze zou als federaal minister van Binnenlandse Zaken medewerkers hebben aangenomen op haar kabinet om hen nagenoeg uitsluitend taken te laten uitvoeren voor haar Brusselse verkiezingscampagne in 2014. Dat is verboden volgens de wet op de verkiezingsuitgaven. “Het onderzoek loopt nog steeds”, laat haar advocaat weten.
Lees ook
Geselecteerd door de redactie