Slechts helft bussen, trams en IC-treinen rijdt maandag tijdens staking
Archiefbeeld. — © Serge Minten
In heel Vlaanderen zullen maandag gemiddeld slechts de helft van alle bussen en trams rijden door de algemene staking. Op het spoor zal de helft van de IC-treinen en derde van de lokale en voorstedelijke treinen rijden. Dat melden De Lijn en de NMBS zaterdag.
Volgens De Lijn zullen in de provincie Antwerpen maandag vier op de tien bussen en trams rijden. In Oost-Vlaanderen is dat twee derde, in Vlaams-Brabant de helft, in Limburg vier op de tien en in West-Vlaanderen de helft. In Antwerpen-stad rijdt een kwart van de bussen en trams, in Gent is dat 45 procent. Ook rijden slechts drie op de tien Kusttrams.
Op de halte- en lijnpagina’s op website en de app van De Lijn zijn op dit ogenblik alleen nog de ritten te zien die zullen rijden maandag. Ritten die niet rijden, worden niet meer getoond.
Er zullen ook gevoelig minder treinen rijden. De spoorwegmaatschappijen NMBS en Infrabel hebben een alternatieve treindienst uitgewerkt, op basis van het personeel dat heeft laten weten wel te zullen werken. Reizigers kunnen die regeling vanaf zondagochtend raadplegen via de online reisplanner, laat de NMBS zaterdag weten.
De helft van de treinen tussen de grote steden, de IC-treinen, zal maandag rijden. Bij de lokale treinen (L--treinen) en voorstedelijke S-treinen is dat een op de drie. Er rijden weinig piekuurtreinen (P-treinen), die het aanbod versterken tijdens de ochtend- en avondspits. De P-studententreinen op zondagavond rijden wel zoals normaal.
NMBS raadt haar reizigers aan hun reis goed voor te bereiden en regelmatig de online reisplanner te raadplegen, via de app of website. Vanaf zondagochtend toont deze de alternatieve treindienst voor maandag.
Bij de spoorwegen is er al de hele week hinder door een actie van de onafhankelijke spoorvakbond Metisp-Protect. Die vloeit zondagavond over in een 24-urenstaking van de de grote spoorbonden ACOD Spoor en ACV-Transcom, naar aanleiding van een nationale staking op 31 maart.
© Serge Minten