Direct naar artikelinhoud
Reinette Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp.
Reinette Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp.Beeld Remko de Waal, ANP

Minister Klever bezoekt Tunesië, het land van de ‘verkapte deportaties’

Minister Reinette Klever is op bezoek in Tunesië. Het land kreeg de afgelopen jaren een bedenkelijke reputatie omdat het vluchtelingen en migranten slecht behandelde en in gevaar bracht.

Dinsdagavond naar Tunis, donderdagmiddag weer terug. Reinette Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, reist van een door Nederland gefinancierde paddenstoelenkweker naar een boerderij, en van Tunesische ministeries naar het Nederlandse Agro Care, de grootste tomatenproducent in het zuidelijke Gabès.

De afspraak van Klever bij de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), gepland op donderdagochtend, is een opvallende uitzondering te midden van alle op handel gerichte bezoeken. Op de stoep voor het IOM-gebouw in de chique wijk Berge du Lac bivakkeerden tot voor kort tientallen zwarte migranten, maar die zijn inmiddels naar het niemandsland bij de Algerijnse grens gedeporteerd.

Nu zullen Klever en de top van het IOM in Tunesië vooral te spreken komen over het door Europa en Tunesië gepromote programma voor vrijwillige terugkeer van migranten. Met 7250 terugkeerders was 2024 een recordjaar. De Tunesische minister van Buitenlandse Zaken, Mohamed Ben Ayed, noemde dat vorige maand ‘sociaal beleid’.

Een migrant in Tunis hangt kleren te drogen.Beeld AFP

Verkapte deportaties

Indachtig de definitie van de VN omschrijven mensenrechtenorganisaties de gang van zaken echter als ‘verkapte deportaties’, omdat de beslissing van mensen om terug te keren ‘op onwettige wijze zou zijn uitgelokt’, namelijk door slechte behandeling en het weigeren van opvang.

De pers is op verzoek van het IOM niet welkom bij het overleg met Klever. Persschuw zijn ook de medewerkers in het verderop gelegen kantoor van de UNHCR, de VN-organisatie voor de bescherming en opvang van vluchtelingen.

Deze partner van het IOM moest in de zomer van 2024 op last van de Tunesische autoriteiten stoppen met het registreren van nieuwe vluchtelingen. Medewerkers van UNHCR wilden dat destijds geheim houden. Tenslotte betrof het slechts een ‘overgangsfase’, zei een woordvoerder nadat het nieuws was uitgelekt. Tunesië zou de vluchtelingenregistratie zelf oppakken. “Net als Turkije een paar jaar geleden.” En de UNHCR overlegde met de Tunesische autoriteiten over de ondersteuning die daarvoor nodig was.

Al deze diplomatieke inspanningen hebben een halfjaar later nog steeds geen enkel effect gesorteerd. Afgaande op de UNHCR-maandrapportages zou je zeggen dat de afgelopen maanden nul migranten Tunesië zijn binnengekomen. Terwijl in mei 2024 – de laatste registratiemaand – nog 964 nieuwe ‘ontheemden’ werden geregistreerd, en in de maand daarvoor 883. Die kwamen bijna allemaal uit Soedan, waar een bloedige oorlog woedt, en ze belandden, samen met zo’n 12.000 anderen, als asielzoeker in het systeem.

Internationale bescherming

Niet dat migranten in Tunesië juridisch gezien veel opschieten met een asielzoekersbewijs. Dat zou de eerste stap moeten zijn van de procedure tot erkenning van hun vluchtelingenstatus en daarmee internationale bescherming, waaronder herplaatsing naar veilige derde landen zoals Nederland. De registratiestop zette daar ook een streep doorheen.

Achter dit technische verhaal gaan jongens schuil als de 16-jarige Yousef (vanwege privacyredenen niet zijn echte naam). Omgeven door geweld – “iedereen werd doodgeschoten” – vertrok hij twee jaar geleden uit Soedan. Maanden later bereikte hij het feitelijk onbewoonbare vluchtelingenkamp in het verlaten industriegebied Tejra, nabij de Libische grens.

Niet ver daarvandaan, in Zarzis, bevindt zich volgens Yousef nog ‘een propvolle loods’. Bijna elke dag arriveren daar nieuwe mensen, zegt hij. “Ze kunnen zich niet inschrijven. Denk niet dat de grenzen rond Algerije en Libië ineens potdicht zitten. Inmiddels zitten we hier met rond de 650 à 750 man, inclusief ongeveer twintig minderjarigen.”

Over de UNHCR wil Yousef graag een verhaal kwijt. Een paar dagen geleden belde hij met enkele vrienden een contactpersoon bij de vluchtelingenorganisatie. “Door de regen en de kou waren er nog meer zieken dan anders. Hoge koorts en hoesten. Hopelijk konden er artsen worden gestuurd. Maar volgens de UNHCR-man mocht dat niet van de Tunesische politie.”

Romdhane Ben-Amor van mensenrechtennetwerk FTDES noemt dit “de criminalisering van hulp aan vluchtelingen”. President Kais Saied linkt volgens hem de instroom van vluchtelingen aan de aanwezigheid van hulporganisaties zoals de UNHCR.

Beperkte bewegingsruimte

Begin mei 2024 arresteerde de Tunesische Nationale Garde, naast enkele andere hulpverleners, ook de directeur en de projectcoördinator van de Tunesische vluchtelingenraad, het lokale hulpkantoor van de UNHCR. De bankrekeningen werden bevroren en de activiteiten stopgezet. Dat de UNHCR nooit communiceert over zijn beperkte bewegingsruimte, noemt Ben-Amor laf. “De UNHCR zou voor vluchtelingen moeten opkomen, maar laat ze gewoon vallen. Iedereen kijkt weg. Ook de Europese Unie als belangrijkste donateur.”

De situatie is ‘zeer gevoelig’, zegt de UNHCR-woordvoerder, die uit angst voor de Tunesische autoriteiten anoniem wil blijven. “Hoe beperkt ook, we doen wat we kunnen. Het klopt dat er nog nieuwe vluchtelingen in Tunesië aankomen, hoewel het er vermoedelijk minder zijn dan voorheen. Aan niet-geregistreerde vluchtelingen mag door ons geen hulp worden verleend. In heel uitzonderlijke gevallen verwijzen we mensen door naar andere hulporganisaties, buiten het zicht van de Tunesische autoriteiten.”

Een woordvoerder van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken “verwelkomt de wens van de Tunesische autoriteiten om een nationaal registratiesysteem op te richten, mits dit voldoet aan internationale standaarden. De Nederlandse bijdrage aan UNHCR in Tunesië richt zich op de ondersteuning en bescherming van geregistreerde asielzoekers. Deze activiteiten lopen vooralsnog door.”

Voor nadere informatie omtrent de stand van zaken verwijst het ministerie naar de Tunesische regering, maar die heeft de media verboden om nog over migratie te schrijven.

De echte naam van Yousef en die van de UNHCR-woordvoerder zijn bekend bij de hoofdredactie.

Lees ook:

Tunesië pest migranten terug naar hun eigen land. ‘Het echte verhaal wil je niet horen’

Wie als migrant in Tunesië belandt, wordt aan zijn lot overgelaten. Alleen voor wie meewerkt aan ‘vrijwillige terugkeer’ is er goede opvang. Maar wie wil dat? ‘Ik wil naar Europa. Ik wil een leven.’

Help ons door uw ervaring te delen: