Direct naar artikelinhoud

Kjeld Nuis wordt kampioen maar mort over ‘amateuristische organisatie’

Kjeld Nuis in actie op de NK afstanden.
Kjeld Nuis in actie op de NK afstanden.Beeld ANP

Kjeld Nuis werd Nederlands kampioen op de 1500 meter, maar hij toonde zich vooral heel kritisch op de organisatie, die hem amper een warming-up liet uitvoeren.

Zelden ging het minder om een Nederlandse titel dan zaterdagmiddag in de persruimte van Thialf. Een kwartier lang oreerde Kjeld Nuis met het stoom uit de oren over waarom hij voor, tijdens en na zijn wedstrijd een ‘enorme’ boosheid in zijn lichaam had gehad. Ja, oké, hij was net voor de vijfde keer kampioen geworden op de 1500 meter, maar alle randzaken waren even belangrijker dan die gouden medaille.

Zijn frustratie kwam er in vijftien minuten uit. Het ging over zijn rit (“1.44,73, een draak van een race”), over het feit dat hij in de eerste rit moest starten (het gevolg van een regel die hij noch iemand bij zijn ploeg kende) en, vooral, om de situatie rond die eerste rit. Nuis vond dat hij veel te weinig tijd had gekregen om zich op een goede manier voor te bereiden.

Een ‘amateuristische organisatie’

Nuis (35) gaf vooral af op de dweilpauze voordat hij moest beginnen. Daardoor had hij maar een paar minuten gehad om in te rijden. “Ik mocht pas heel kort voor de race het ijs op. Ik werd eerst ook gewoon tegengehouden door een scheidsrechter.”

Nuis kon naar eigen zeggen welgeteld één ronde inrijden, één versnelling uitvoeren. Bovendien moest dat in het donker. Het licht in Thialf kan binnen een paar seconden uit en aan worden gedaan, een techniek die wordt ingezet om sfeer te creëren tussen de wedstrijden door. De eersten die na zo’n intermezzo moeten rijden, moeten in het donker hun warming-up doen. Nuis, gezien zijn statuur zelden vroeg in een wedstrijd startend, maakte dat voor het eerst in jaren mee. Hij had nog gegrapt dat hij misschien maar met een bouwlamp op zou moeten inschaatsen. “Maar dat was gewoon levensgevaarlijk.”

In principe is het een situatie waarin iedereen verkeert die in een eerste rit rijdt. ‘Niet best’, aldus Nuis, om daarna weer naar zijn eigen situatie te kijken. Dat hij in de eerste rit moest starten, daar vond hij wat van. “Eerlijk gezegd vond ik deze organisatie erg amateuristisch. Het klinkt misschien heel arrogant, maar ik ben wel iemand die de internationale top aankan. Die Stolz bijhoudt, of Ning of Kongshaug. Ik heb kans op een WK-medaille. Nu loopt het goed af, maar ik weet niet of de bond overziet dat hier soms risico’s aan zitten en dat ik ook makkelijk het WK niet had kunnen halen.”

Het was een eigen fout

De frustratie tekende de liefhebber én winnaar in Nuis, die als geen ander zichzelf druk kan maken om wat hij allemaal meemaakt in de schaatsbubbel. Maar tegelijkertijd was het óók een eigen fout geweest waardoor hij in de eerste rit moest starten. Dat kwam omdat hij in het voorseizoen geen wedstrijd in Europa had gereden. Die obscure eis staat in de reglementen, maar Nuis noch zijn team had dat scherp. Zelfs een testwedstrijd was genoeg geweest.

Toch vond Nuis het geen amateurisme vanuit de ploegleiding. “Die heeft wel meer aan het hoofd.” De Nederlands kampioen, die zich en passant ook plaatste voor de WK in Hamar over een maand, vond het allemaal oneerlijk. “Ik vind het gewoon zo jammer dat het zo loopt.”

Niet veel later toonde hij wel een beetje zelfreflectie: “Natuurlijk kan je zeggen dat ik gewoon mijn mond moet houden en moet rijden. Dat is ook zo. Regels zijn regels. Maar dan wil ik wel dat ze me meer tijd geven. Als je binnen vijf minuten van beschermers uit naar het ‘ready’ van de scheidsrechter gaat…. dat vind ik niet kunnen op een Nederlands kampioenschap.”

Toch wist Nuis uiteindelijk nog te winnen. Vóór teamgenoten Wesly Dijs en Tim Prins. Tot zijn eigen verbazing, want in eerste instantie dacht hij na zijn race zelfs dat hij zijn plek had verspeeld. Met bibberende knieën zag hij daarna toch de ene na de andere concurrent langzamer rijden.

Hij kneep tijdens de ritten van zijn concurrenten zo hard in een gelukssteentje dat hij van zijn zoontje had gehad dat hij bijna een wondje op zijn handpalm opliep. “Topsport zit bij mij in hart en nieren, dus ik wilde toch echt heel graag winnen. Maar met deze tijd…dit was echt een drakenrace.”

Femke Kok in nieuw baanrecord naar NK-winst

Met twee oorkondes in haar handen kwam Femke Kok zaterdag het middenterrein van Thialf af. Twee keer had ze het baanrecord op de 500 meter gereden, en dus kreeg ze ook twee oorkondes.

Vooral het tweede record was bijzonder. Ze reed voor het eerst onder de 37 seconden in Thialf: 36,97. Een droom, die ze al lang had. En eindelijk mag ze op het grote bord waarop alle baanrecordhouders staan.

Kok zelf was na afloop euforisch over haar tijd, bijna net als teamgenoot Jenning de Boo een dag eerder. “Hier doe ik het voor. Alle grootheden hebben hier gereden, om daar op dat bord tussen te hangen is zo bijzonder en zo mooi.”

Lees ook:

‘Tochtsjocht’: kun je heimwee hebben naar iets wat je nooit hebt meegemaakt?

De kans op een Elfstedentocht wordt kleiner en kleiner, de mythe groter. Wat is die merkwaardige mengeling van hunkering en heimwee? Op zoek naar woorden pakte schrijver Flip van Doorn zijn schaatsen en toog naar Leeuwarden.

Help ons door uw ervaring te delen: